DOEL
Het hebben van een doel in je leven komt pas echt goed naar voren als je geen doel meer ziet.
Zonder doel ziet een mens geen werkelijke reden meer in zijn leven.
Hij zal zichzelf afvragen:
-
Wat is de zin nog van mijn bestaan?
-
Waarom ben ik hier?
-
Was het dan geen ongelukje dat ik kwam?
Waarschijnlijk zullen we de volgende teksten voor je kunnen spreken:
Weg met de dag waarop ik ben geboren, vergeet de nacht waarop mijn leven begon! Ach was mijn leven maar nooit begonnen! Was die nacht er maar nooit geweest! Dat jaar, die maand, die dag waarop mijn leven begon. (Job 3:3-7)
Of iets later: Laat toch gebeuren wat ik vraag, laat God toch doen wat ik wil. Laat hij me vernietigen. Laat hij een eind maken aan mijn leven. Dat zou me troosten. Dan zou ik blij zijn, ondanks alle pijn. ( Job 6:8-10)
Of: Ik ben liever dood. Dat is beter dan verder te moeten leven. Ik heb er genoeg van, laat me toch met rust! ( Job 7:15-16)
Of: Ik vind het leven afschuwelijk. Ik kan alleen maar klagen, zoveel verdriet heb ik. (Job 10:1)
Waarom hebt u mij geboren laten worden? Ik was liever bij mijn geboorte doodgegaan. Dan was ik in een graf gelegd zonder ooit te hebben geleefd (Job10:18-19)
Of: God het is uw schuld dat mijn vrienden me niet begrijpen. Zorg dat ze niet van mij winnen! Ze verraden mij om er zelf beter van te worden, maar hun eigen kinderen laten ze honger lijden. (Job17:4-5)
GOAL
Having a purpose in your life only really comes to the fore when you no longer see a purpose.
Without a goal, a person no longer sees any real reason in his life.
He will ask himself:
-
What is the meaning of my existence?
-
Why am I here?
-
Wasn't it an accident that I came?
We will probably be able to speak the following texts for you:
Gone with the day I was born, forget the night my life began! Oh, if only my life had never begun! If only that night had never been there! That year, that month, that day my life began.
(Job 3:3-7)
Or a little later: Let what I ask be done, let God do what I will. Let him destroy me. Let him end my life. That would comfort me. Then I would be happy, despite all the pain. (Job 6:8-10)
Or: I'd rather be dead. That's better than having to live on. I've had enough, leave me alone! (Job 7:15-16)
Or: I think life is horrible. I can only complain, I am so sad. (Job 10:1)
Why hast thou given birth to me? I would rather have died at birth. Then I was laid in a tomb without ever having lived (Job10:18-19)
Or: God it's your fault my friends don't understand me. Don't let them beat me! They betray me in order to benefit themselves, but they leave their own children to starve. (Job 17:4-5)
Of: Overal beledigen mensen mij, niemand heeft respect voor mij. Mijn ogen zijn rood van verdriet, ik zie er uit als een dode. (Job17:6-7)
Of: Het is donker om me heen. Mijn vrienden zeggen me dat alles goed komt, en dat er licht is in het donker. Maar ik wil liever wonen in het land van de dood. Daar wil ik liggen in het donker. Daar zeg ik tegen het graf: Hier ben ik thuis. En tegen de wormen zeg ik:"Bij jullie wil ik wonen." (Job17:12-14)
Or: Everywhere people insult me, nobody respects me. My eyes are red with sorrow, I look like a dead man. (Job17:6-7)
Or: It's dark around me. My friends tell me that everything will be fine, and that there is light in the dark. But I'd rather live in the land of the dead. I want to lie there in the dark. There I say to the grave: Here I am at home. And to the worms I say, "With you I will dwell." (Job17:12-14)
Of: God zorgt ervoor dat mijn familie wegblijft, en dat mijn vrienden vreemden zijn geworden. Ze komen niet meer, ze zijn me allemaal vergeten. De mensen in mijn huis kennen me niet meer, ze doen alsof ik een vreemde ben. Als ik een slaaf roep om mij te helpen, dan geeft hij geen antwoord. Ik moet hem smeken om te komen! Ik stink uit mijn mond. Mijn vrouw heeft een hekel aan me, mijn broers blijven uit mijn buurt. Ook kinderen willen niets meer van me weten. Ze lachen me uit. Mijn oude vrienden hebben een hekel aan mij. De mensen van wie ik hield, blijven weg. Ik ben mager, al mijn kracht is weg. Ik ben meer dood dan levend. (Job19:13-20)
Or: God makes sure that my family stays away, and that my friends have become strangers. They don't come anymore, they all forgot about me. The people in my house don't know me anymore, they pretend I'm a stranger. When I call a slave to help me, he does not answer. I have to beg him to come! I stink from my mouth. My wife hates me, my brothers stay away from me. Children don't want to know anything about me either. They laugh at me. My old friends hate me. The people I loved stay away. I'm thin, all my strength is gone. I am more dead than alive. (Job19:13-20)
Of: Wijsheid, waar kun je wijsheid vinden? Hoe kom je aan inzicht? Niemand weet waar de wijsheid is, die is op de hele wereld niet te vinden. Ook al zoek je in de diepste zeeën, je zult nergens wijsheid vinden. Wijsheid is niet te koop, niet met zilver of goud te betalen. Wijsheid is meer waard dan het mooiste goud, meer dan de duurste edelsteen. Wijsheid is kostbaarder dan diamanten, duurder dan het zuiverste goud. Wijsheid is meer waard dan dure sieraden, meer dan een zak vol parels, wijsheid is kostbaarder dan goud uit Ofir, waardevoller dan edelstenen uit Nubie. Waar komt wijsheid dan vandaan? Hoe kom je aan inzicht? (Job28:12-20)
Or: Wisdom, where can you find wisdom? How do you gain insight? No one knows where the wisdom is, it cannot be found in the whole world. Even if you search in the deepest seas, you will not find wisdom anywhere. Wisdom cannot be bought, not with silver or gold. Wisdom is worth more than the finest gold, more than the most expensive gem. Wisdom is more precious than diamonds, more expensive than the purest gold. Wisdom is worth more than expensive jewelry, more than a bag full of pearls, wisdom is more precious than gold from Ophir, more valuable than gems from Nubia. Where then does wisdom come from? How do you gain insight? (Job28:12-20)
EEN KLEINE UITLEG VAN JAN RINZEMA
Nee, hij is niet iemand van onze studiekerk, maar wel iemand die mij kon getuigen van kennis van wijsheid waar ik het zeker mee eens kan zijn. Hoe zullen we ons beperken wanneer we zijn woorden bij voorbaat al zondermeer van de hand zullen wijzen?
Ik had zelf zelfs nog nooit geweten dat de stad Korinthe de belangrijkste stad van Griekenland kon vertegenwoordigen.
Dus na de dood van Jezus Christus (die voor mij naast WERKELIJKE LIEFDE, tevens voor de zoon, de vader en de Heilige Geest staat) werd de antichrist Saulus in het verhaal HANDELINGEN in blindheid ten val gebracht, waarna hij 3 dagen later pas weer zijn ogen kan openen, maar dan dus als een echte Christen (of vertegenwoordiger van Christus of de Werkelijke Liefde)
Als een gedreven man richt hij zich eerst tot Italië (Romeinen) en daarna tot GRIEKENLAND. Uiteindelijk schrijft deze SAULUS die zijn naam veranderd in PAULUS het grootste deel van de BIJBEL in de vorm van HET NIEUWE TESTAMENT
A LITTLE EXPLANATION BY JAN RINZEMA
No, he is not one of our study church, but someone who could testify to me of knowledge of wisdom that I can certainly agree with. How will we limit ourselves if we reject his words outright in advance?
I myself had never even known that the city of Corinth could represent the most important city of Greece.
So after the death of Jesus Christ (who for me stands next to TRUE LOVE, but also for the son, the father and the Holy Spirit) the antichrist Saul in the story ACTS was overthrown in blindness, only to be 3 days later again. can open eyes, but then as a real Christian (or representative of Christ or the Real Love)
As a passionate man, he turns first to Italy (Romans) and then to GREECE. Ultimately, this SAULUS who changes his name to PAUL writes most of the BIBLE in the form of THE NEW TESTAMENT
TOT SLOT IN HET BETOOG VAN JOB
Job heeft nooit gedacht dat geld hem gelukkig zou maken. Nee, hij heeft nooit vertrouwd op zijn grote rijkdom. Ook kende hij geen grote trots of poggerigheid van zijn grote bezit en bezat geen grote trots over alles dat hij ooit bereikt had. (Job31:26-28)
FINALLY IN JOB .'S ARGUMENT
Job never thought money would make him happy. No, he never relied on his great wealth. Nor did he have great pride or poignancy of his great possessions, nor did he possess great pride in all that he had ever accomplished. (Job31:26-28)
Maak jouw eigen website met JouwWeb